Zeevlam
Na alle wegen die ik heb afgelegd
als damp, wolk, regen, rivier,
toon ik mijzelf aan jou als de zee,
rol ik naar je toe als de branding bij
vloed
en kus ik jouw blote voeten
Jij legt je in mijn open arm
en laat je door mijn tongen strelen
Jij raakt mijn boezem,
doet mijn koppen schuimen
Waar jij bent, wordt mijn water warm
Waar wij zijn, wordt mijn water zouter,
weet mijn wier niet meer in wie het
sliert
Dus maak ik mij langzaam los van jou
en trek ik mij golvend terug
Ook al wil ik bij je blijven,
iets haalt mij naar beneden
Terug op de bodem van mijn grote ziltte
weet ik weer wie ik ben
Schelpen zetten zich af uit stil
verzet,
sporen makend in het zand
van mijn tuin tot waar wij samen waren
Zodat ik de weg terug kan vinden,
zodat jij weet wie ik was
Reacties
Een reactie posten