...
Schoongemaakt
door vakmanshanden
rust ik in een
sarcofaag. Losgereten
repen stof
hangen van het lichaam af
dat ik zojuist
heb teruggevonden.
Hij reeg
kreten, gouden kralen, bond
die rond mijn
tong. In de taal
van cederolie
zweeg ik graag
en onomwonden.
Ik liet mij zalven,
daarna doden.
Maar niet voordat het
drogen zich in
alle ziltte had voltrokken
terwijl ik de
zoutste rijmpjes zong. Van
zeepaard,
zomerzweet en na na natrium.
Reacties
Een reactie posten