Hier
komt ze weer, mijn wolf in
de nacht. Haar
kreten grijpen mij
als klauwen,
nagelen mij vast.
Aum
Die teef zijgt
door betonkarton,
kweelt mijn
dekens onder,
weent net zo
lang haar fluim op
mij tot ik
alleen nog flemen kan.
Jezus, Boeddha,
waar ben je nou?!
En ze huilt en
ze pruilt
en ze blaast
mijn huid droog.
Die
schapenvacht leg ik af,
van hieruit
gaan wij dubbelloops.
klikklak
Ik jaag twee
kogels door haar
derde oog en
vul het gat dat blijft.
Reacties
Een reactie posten